Versnellen publiek-private samenwerking
In het daaropvolgende panelgesprek werd de uitnodiging van Youssef Louakili (directeur Media en Creatieve industrie, ministerie van OCW) om meer met publiek-private samenwerking te gaan experimenteren breed omarmd om de positie van Nederlandse films, series en documentaires in het binnen- en buitenland te versterken. Naast Louakili namen aan het panel deel: Rachel van Bommel (producent Millstreet Films), Kaja Wolffers (Head of Content and Programming Amazon Prime Video), Mezen Dannawi (manager NPO Plus en NPO Start), Robert Alberdingk Thijm (scenarist en producent) en George van Breemen (zakelijk directeur Nederlands Filmfonds).
Panelleden constateerden dat zowel private als publieke investeringen nodig zijn om de keten als geheel duurzaam te versterken. Het korten op publieke financiering heeft net als het uitblijven van voldoende private investeringen een zeer negatief effect op de maakindustrie en daarmee op de economie. Nederlandse audiovisuele producties zijn niet alleen mooi en relevant maar ook cruciaal voor onze democratie. Om dit overeind te houden is het heel belangrijk de publiek-private samenwerking te versnellen, zowel nationaal als internationaal. Daarbij is het stimuleren van een goede mix van films, documentaires en series belangrijk, net als een rijke variëteit aan verhalen.
Robert Alberdingk Thijm: ‘’Nu moet er vaak te snel worden geleverd. Films, documentaires en series die goed scoren zijn veelal de hoogwaardige producties. Daarvoor heb je meer tijd en middelen nodig. We moeten niet in de tramrail stappen van eerdere producties en alleen gaan doen wat er al is gedaan of zelfs alleen nog maar remakes gaan maken”. Als voorbeeld hoe het ook anders kan haalde hij de inspirerende samenwerking tussen AVROTROS en CBS Studios bij Bestseller Boy aan.
Kaja
Wolffers is groot voorstander van meer publiek-private samenwerking: ''Ik ben
blij om in de presentatie van VOD-Insights te zien dat een succesvolle serie
[Het Gouden Uur] op de NPO ook succesvol op een commerciële streamer kan worden
gepresenteerd". Wolffers benadrukt dat Amazon Prime breed blijft
investeren in een gevarieerd aanbod van Nederlandse producties. ‘’Nederlandse
producties doen het gewoon goed. Wij willen klanten bieden wat zij leuk vinden;
een breed palet van films maar ook reality''.
Om publiek-private samenwerking aan te jagen is er naar analogie van de fysieke markt meer kennis-uitwisseling nodig over de on demand markt, zo stelden veel sprekers. Dan wordt het eenvoudiger om te begrijpen hoe windows werken en waar partijen van toegevoegde waarde voor elkaar kunnen zijn. Dit draagt er ook toe bij dat partijen elkaar bij het maken van afspraken als gelijkwaardige partners tegemoet kunnen treden. Het is bovendien heel leerzaam om de levenscyclus van eerdere producties, inclusief de VOD-markt, te analyseren om te zien waar je het de volgende keer beter of anders kunt doen.
Mezen Dannawi (NPO): ‘We moeten allemaal eerst naar onszelf kijken of we te straf omgaan met onze uitgangspunten en principes. Dus zo’n uitnodiging (van het ministerie van OCW) om die publiek-private samenwerking gewoon eens te gaan proberen zie ik wel zitten.” Dannawi onderstreepte dat de NPO wil samenwerken in een goede balans tussen de commerciële en publieke belangen. Ook gaf hij aan dat de NPO beter wil rapporteren naar de sector over kijkcijfers en abonnees.
Bij het ontsluiten van informatie kunnen dwarsverbanden worden gelegd benadrukte George van Breemen (Filmfonds): ”De industrie moet ook transparanter zijn naar producenten en andere makers waar de inkomsten landen en hoe goed hun werk wordt bekeken, in lijn met al geldende verplichtingen.’’
Helder evaluatiekader als basis
Voor de jaarlijkse monitoring, verslaglegging en driejaarlijkse evaluatie van de Investeringsverplichting werd het belang van transparantie en communicatie tussen alle partijen benadrukt, in alle fasen van productie, distributie en exploitatie. Een helder evaluatiekader moet als basis dienen om de effectiviteit binnen drie jaar te beoordelen. Dit maakt tevens duidelijk op welke onderdelen in de tussentijd monitoring moet plaatsvinden en welke dwarsverbanden er kunnen worden gelegd. Door op basis van zoveel mogelijk data de effectiviteit te evalueren, kan bekeken worden of deze inderdaad doeltreffend is of dat bijstelling nodig of gewenst is.
Gerda van Hekesen bevestigde dat het Commissariaat voor de Media als toezichthouder de taak heeft om de Investeringsverplichting jaarlijks te monitoren en voor de inrichting hiervan de sector wil betrekken. Het Commissariaat zal ook kijken welke informatie gedeeld kan worden die de streamingdiensten moeten gaan aanleveren.
Tot slot memoreerde Jorien Wuite (tot 5 november 2023 lid van de Tweede Kamer) dat de behandeling van het wetsvoorstel een hele uitdaging was. Ze beval aan Kamerleden van de commissies OCW en Economische Zaken goed gecoördineerd te blijven meenemen, informeren en betrekken bij het mooie werk van de sector en de impact van de wet/investeringsverplichting. Ze dankte de sector voor de enorme betrokkenheid gedurende het proces, zowel in de Tweede als de Eerste Kamer.
De presentaties van de sprekers vind je hier terug:
Koen de Groot - NVPI VOD Monitor
Branco Scherer - Bindinc. VOD insights
Ivana Kostovska - Vrije Universiteit Brussel
Download het verslag hier.
Wat er bij de behandeling van de wet in de Eerste en Tweede Kamer al afgesproken is over de monitoring, verslaglegging en driejaarlijkse evaluatie:
- Rapportage: Streamers moeten jaarlijks voor 1 juli rapporteren aan het Commissariaat voor de Media over de samenstelling en hoogte van de relevante omzet en de uitvoering van de investeringsverplichting in het voorafgaande kalenderjaar.
- Monitoring: Het ministerie van OCW stuurt jaarlijks een verslag aan de Tweede en de Eerste Kamer over de investeringen in het voorgaande kalenderjaar, specifiek over de investeringen in Nederlandse films, series en documentaires en het aandeel dat is besteed ten behoeve van onafhankelijke producties. Daartoe wordt gebruik gemaakt van de informatie die het Commissariaat voor de Media heeft verkregen in het kader van haar toezichthoudende taak op basis van de Mediawet 2008.
- Evaluatie: De effecten en de doeltreffendheid van de wet wordt in opdracht van het ministerie van OCW binnen drie jaar door een onafhankelijk onderzoeksbureau geëvalueerd; de resultaten worden door het ministerie van OCW aan de Tweede en Eerste Kamer gestuurd. Deze evaluatie zal inzicht bieden in hoe de investeringsverplichting in de praktijk werkt, o.m. over de hoogte van de investeringen, in welke producties er geïnvesteerd is (films, documentaires, series en andere mediaproducties m.u.v. sport), op welke wijze er is geïnvesteerd (productie, coproductie, aankoop vooraf of achteraf) en hoeveel procent er in onafhankelijke producties is geïnvesteerd. Er wordt in het bijzonder aandacht besteed aan de gevolgen voor de categorieën producties waarvoor het wetsvoorstel oorspronkelijk was bedoeld (films, series en documentaires).
- Het ministerie van OCW zal t.b.v. een nulmeting
over de jaren vóór 2024 de streamers opnieuw gaan vragen om inzicht te geven in de investeringscijfers. Deze cijfers kunnen ze verstrekken aan het Commissariaat, dat deze cijfers geaggregeerd kan presenteren. (Streamers zijn pas vanaf 2024 verplicht cijfers te leveren).
- In het eerste kwartaal van 2024 stuurt het ministerie van OCW een evaluatiekader aan de Tweede en Eerste Kamer.