Voor Jefta komt dit doordat hij zichzelf niet ziet als een traditionele verhalenverteller. Hij kiest momenten waarin een gevoel wordt overgebracht boven een lineair verhaal. Volgens hem kunnen ervaringen en emoties beter worden overgebracht via alternatieve vormen van cinema dan via de klassieke vijfdelige structuur. “In de traditionele cinema bestaat het idee dat er een vaste volgorde is waarin een filmproces moet plaatsvinden,” zegt Bram, “maar ik heb geleerd dat dat niet hoeft.” Bram begint bijvoorbeeld met monteren in plaats van schrijven, waarna hij zijn enorme archief van beelden bekijkt. Hij ziet zichzelf in een ruimte zitten, observerend, voordat hij begint te schrijven. “Er zijn zoveel manieren om een filmproces te benaderen; je moet gewoon de juiste manier vinden om het te tonen.”
Voor Esther speelt de ruimte een cruciale rol: ze groeide op met het idee dat de bioscoop niet altijd de beste plek is om een project te presenteren. Je moet toegang hebben tot theaters, vertoningsruimtes, repetitieruimtes, projectietools, enzovoort. Met Filmwerkplaats maakt ze deel uit van een groter internationaal netwerk van filmlabs (filmlabs.org), waarin kennis, interesses en toegang tot ruimtes worden gedeeld.
“Documentatie is niet hetzelfde als de performance zelf,” zegt Esther, “maar je moet wel goede documentatie hebben, zodat anderen je werk kunnen heropvoeren.” Maar wat gebeurt er als een maker niet aanwezig kan zijn in die ruimtes? Zal er dan een heropvoering zijn van de performance?