Zalán Szakács is een post-digitale kunstenaar, audiovisueel performer en onderzoeker die mediatheorieën verkent door middel van licht, ruimte en geluid. Zijn werk bestaat uit immersieve, interactieve en meeslepende omgevingen, waarbij sferen worden gecreëerd die ons op andere manieren laten kijken en luisteren. Zijn installatie Eigengrau Pavillion is een van de geselecteerde werken die kans maken op het Gouden Kalf voor Beste Digitale Cultuurproductie 2024.
Interview met Zalán Szakács - Eigengrau Pavilion
Eigengrau Pavillion biedt de bezoeker een tijdelijke ontsnapping uit de hectische, individualistische, online informatie-overload die ons tegenwoordig dagelijks omringt. Het werk creëert een offline, collectieve, filmische ervaring, maar dan zonder scherm of pixels. Met slechts de ingrediënten licht, geluid en mist roept de installatie een emotionele illusie op, waarbij het publiek wordt uitgenodigd voor een collectief ritueel en waar een gevoel van samenhorigheid kan ontstaan.
Eigengrau Pavillion bevat een op maat gemaakte LED-cirkel die je, in een tijdsbestek van 25 minuten, meeneemt door een niet-lineaire tijd van vijf mentale toestanden: Deep State, Anticipation State, Weird State, Higher State en Relaxation State. Dit verhaal wordt zichtbaar gemaakt door de voorgeprogrammeerde beweging van blauwe lichtgradaties, die verwijzen naar de kleur van schermlicht.
Tijdens het Nederlands Film Festival (NFF) is onder andere een maquette, een video en projectbeschrijving van Eigengrau Pavillion te zien, in de Storyspace expositie van 20 t/m 26 september. Dit interview heeft als doel de achterliggende gedachtengoed en het werkproces toe te lichten.
Het woord eigengrau is afkomstig uit het Duits en verwijst naar de donkergrijze kleur die als perceptuele illusie in volledige duisternis wordt waargenomen.
Waar komt de inspiratie vandaan voor het Eigengrau Pavilion?
Tijdens mijn studie aan het Piet Zwart Instituut in Rotterdam, kon ik mijn interesse in de media archeologie en performancekunst combineren. Binnen dit veld doen wetenschappers, kunstenaars en historici onderzoek naar de geschiedenis van technologie. Een mooi voorbeeld hiervan is Book of Imaginary Media waarin de Phantasmagoria’s uit de 18de eeuw beschreven werden.
Phantasmagoria – eigenlijk de eerste immersieve ervaringen – waren een vorm van horrortheater waarbij (naast andere technieken) een of meer toverlantaarns werden gebruikt om angstaanjagende beelden – zoals skeletten, demonen en geesten – op muren en rook te projecteren. Sommige shows voegden een verscheidenheid aan sensorische stimulatie toe, waaronder geuren en zelfs elektrische schokken. De uitvinding van de film luidde het einde van de Phantasmagoria’s en toverlantaarns is.
Daarnaast zag ik een verbinding tussen de Phantasmagoria’s en expanded cinema, waarbij door middel van lichtpulsen sterke effecten ontstonden. Iets wat je bijvoorbeeld ook terugziet in het werk van Stan VanDerBeek, een expanded cinema kunstenaar die ook stroboscoop effecten gebruikte om diepte te creëren op het scherm. Deze effecten gingen niet alleen over wat je zag, wat er op je netvlies gebeurde, maar ook wat er in je brein plaatsvond. Het gaat dan ook eigenlijk dieper dan alleen een audiovisuele ervaring.
Dit waren voor mij de inspiratiebronnen om in de praktijk te experimenteren met volumetrische projecties, stroboscopische effecten, met LED verlichting en rook. Ook de kunstenaar Anthony McCall heeft dit soort effecten gebruikt in een vorm van Expanded Cinema.
Je hebt dus veel gelezen over het onderwerp, maar dat was maar een deel van je onderzoek?
Ja zeker, parallel met deze onderzoeken moest ik ook mijn eigen kennis over technologie updaten. Het was nieuw voor mij om op deze manier met licht te kunnen werken: Hoe kan ik licht in een ruimte zetten en zo een hele nieuwe ervaring creëren?
In 2019 heb ik mijn eerste versie gemaakt van Eigengrau. Dat was ook een cirkelvormige LED, geïnspireerd door de Phantasmagoria performances. Het licht was alleen niet fel genoeg, een technisch probleem. Daardoor was de ervaring uiteindelijk niet echt immersief. In 2021 heb ik een nieuwe versie gemaakt met een high-powered LED en dat was de basis voor het huidige werk.
Hoeveel versies heeft dit werk eigenlijk?
Ik ben begonnen dit werk op verschillende plekken te presenteren, als installatie, maar ook als live performance. In de laatste vorm hebben we twee uur of drie uur lang performances opgevoerd, waar mensen helemaal in op konden gaan. Het was boeiend om te zien hoe dat te werk ging in verschillende ruimtes, maar ook wat er juist niet werkte.
Door middel van interviews kwam ik erachter hoe de ruimte ervaren werd en kon ik aanpassingen maken. Zo ontdekte ik bijvoorbeeld dat mensen de installatie soms haast als een mythische ervaring ondergingen, maar soms ook languit op de grond gingen liggen en naar boven keken. Daar zagen ze de kabel lopen, een nuchter uitzicht dat contrasteerde met de rest van de ervaring.
Nu moest dus toch ook het plafond meegenomen worden en de kabels weggewerkt, waardoor een soort gevoel van grenzeloosheid of oneindigheid kan ontstaan. De Movie-Drome van Stan van de Beek was hier ook wel een inspiratie voor, ik wilde mijn eigen Movie-drome maken, een van deze tijd. En zo kwam ik op de inflatable. Samen met een geurkunstenaar en een choreograaf – die een soort undercover host was – hebben we getraind om andere bezoekers te activeren door naar het licht te lopen of juist bepaalde bewegingen te maken. Dat idee van de undercover hosts kwam van Tino Sehgal’s Constructed Situations. Sehal is een Duitse-Engelse choreograaf die omgevingen maakt waarbij de bezoeker niet precies weet wat gebeurt, maar andere aanwezigen zijn onderdeel van de performance.
Nadat in tentoonstellingsruimtes problemen waren ontstaan bij het gebruik van de rookmachine – de brandweer stond op een gegeven moment zelfs voor de deur – besloot ik een eigen inflatable ruimte te creëren. Zo kon ik een microklimaat creëren, zonder brandmelders. Een plek waar ik de volledige controle had over de omgeving.
Dus eigenlijk ontwikkelt het werk steeds verder, door telkens opnieuw in andere omstandigheden op te bouwen, te kijken hoe mensen reageren en vervolgens weer aanpassingen door te voeren.
De keuze voor de blauwe kleur, is dat bewust?
Om de referentie te maken naar de wereld van de beeldschermen. Ook de associaties met de (foutieve) quote ‘Beam me up Scotty’ van Star Trek vond ik toepasselijk. Dat blauwe licht geeft een sciencefictionachtig gevoel.
Maar sindsdien heb ik de kleuren regelmatig aangepast. Ik heb meer pastelachtige kleuren geprobeerd, met een verwijzing naar de originele Phantasmagoria ervaringen. Maar nu ik het werk in oktober ook in de buitenlucht ga vertonen, denk ik dat de kleur blauw gaat voelen alsof je een vriezer instapt. Aangezien ik toch ook een warm gevoel wil meegeven, ga ik overstappen naar amber of oranje.
Voor mij was het belangrijk om uiteindelijk alles te reduceren en zo subtiel te houden, tot het bijna een Rothko-schilderij zou worden. Het werk is een technologische manifestatie, een soundscape, met losse onderdelen maar wat toch ook een gesamtkunstwerk zou zijn.
Wat is de impact van het element tijd?
Dat is een interessante factor. In het begin was het een open ervaring. Mensen konden in- en uitlopen, maakten een paar foto’s en verdwenen weer. Het was een selfie-machine geworden. Toen ben ik met vaste en langere tijdslots gaan werken, waardoor mensen zich moesten overgeven aan de omgeving. Zo konden ze in een soort hypnose komen, een specifieke mental space waarbij bepaalde stappen werden doorlopen.
Je moet als bezoeker vertrouwen hebben in de ruimte, de ervaring, maar ook in de aanwezigheid van de andere mensen met wie jij de ruimte deelt. Tijd speelt daarin een belangrijke rol. Er moest een soort van rust en bezinning ontstaan, om het werk echt te kunnen ervaren. Ik kwam erachter dat de ideale tijd tussen de 20 en 25 minuten ligt.
Daarnaast bleek ook dat immersiviteit niet alleen ontstaat in het werk zelf, maar ook bepaald wordt door de mental state die je hebt voordat je binnengaat. Je verwachtingspatroon speelt een rol bij de ervaring. Dit was de reden om een ingangstunnel te maken, waarbij je ogen aan het duister kunnen wennen.
Wat betekent de distributie voor jou, van dit werk?
Ik probeer alle processen zo veel mogelijk te standaardiseren: hoe past het in een auto, hoe past het op een europallet, wat zijn de financiële marges waarbinnen het werk getoond kan worden. Daarnaast heb ik een technische rider waar precies in staat wat wij nodig hebben om die immersieve kwaliteit te kunnen waarborgen. Een vast team van studenten en assistenten kent iedere stap van het proces en kan ingezet worden bij de opbouw. Eigenlijk is het een turnkey installatie.
Ook werk ik met een distributiemanager. Zij ontwikkelt strategieën voor nieuwe presentaties, nodigt curatoren en musea uit bij tentoonstellingen. We hebben een teaser en een pdf-presentatie gemaakt waarin het werk en het onderzoek worden beschreven.
Ik vind het belangrijk dat het werk ook presentaties in de toekomst heeft en niet alleen in mijn opslag blijft liggen. Het paviljoen is een kritiek op bestaande immersieve ervaringen waar altijd de nieuwste technologie wordt gebruikt. Ik wil mensen bewust maken dat met synchronisatie en de juiste combinatie en dosering van elementen je ook op een analoge manier iets heel immersiefs kan maken.
Wanneer kunnen we dit werk nu in het echt zien?
Tijdens de Dutch Design Week, van 19-27 oktober in Eindhoven.
Vrijdag 27 september wordt tijdens het Gouden Kalveren Gala bekend wie de winnaar is van het Gouden Kalf voor Beste Digitale Cultuurproductie.
Credits en inspiratie
Zalán Szakács (research, concept, artistic direction)
Sébastien Robert (sound design)
Marta Wörner (choreography)
Renske van Vroonhoven/Attic Lab (smell design)
Studio Raito (production design - Eigengrau installation)
Daan Jonkers (production design - Eigengrau Pavilion)
Air Design Studio Erik van Dongen (inflatable production)
Rein Reitsma (product design - Eigengrau installation)
Inês Jacinto (distribution and communication manager)
Riccardo de Vecchi (videography/architecture - Eigengrau Pavilion)
Martijn van Boven (mentor)
Inspiratie
- Video over het werk
- Documentaire over het werk
- Lecture performance over het onderzoek
- Zalán Szakács' master thesis
Onderzoeksboeken
- What is Media Archaeology? - Jussi Parikka
- The Book of Imaginary Media - Erik Kluitenberg
- Virtual Art: From Illusion to Immersion - Oliver Grau
- The Experience Machine, Stan VanDerBeek's Movie-Drome and Expanded Cinema - Gloria Sutton
- Expanded Cinema - Gene Youngblood
- The Chapel of Extreme Experience - John Geiger
- Light Moving in Time - William C. Wees