Jaarlijks staan we tijdens het Nederlands Film Festival stil bij de betekenis van filmprofessionals voor de Nederlandse film die overleden zijn sinds de vorige editie van het NFF. We hebben Hans Beerekamp gevraagd om dit jaar de overleden filmprofessionals sinds de 39e editie van het NFF te herinneren.

Peter van Bueren
78, Amsterdam, 26 maart 2020 Nederlands filmjournalist. Invloedrijk criticus, voor veel filmliefhebbers het kompas waarop zij koersten. Aanvankelijk bij dagblad De Tijd (1963-74), ook als cabaretrecensent, daarna voor de Volkskrant, vanaf 1977 als opvolger van filmredacteur B.J. Bertina, na eerst drie jaar tv-recensies te hebben geschreven. Werd gedreven door een gepassioneerde vorm van cinefilie, die zo goed als geen tegenspraak duldde. Adoreerde filmmakers als Andrei Tarkovski en Joris Ivens, en later vooral Aziatische regisseurs, zoals Hou Hsiao-hsien en Lee Chang-dong. Koesterde langdurige vetes, zowel met collega’s als met sommige filmmakers. Maar nadat hij in een kritiek van Rembrandt fecit 1669 (1977) regisseur Jos Stelling naar de psychiater verwezen had, resulteerde een goed gesprek uiteindelijk in een lange vriendschappelijke relatie. Moest na vele conflicten met de hoofdredactie in 2002 de krant verlaten. Vaak botsten de opvattingen over de vraag hoe dominant de artistieke film moest zijn in relatie tot Hollywood en andere publieksfilms op de filmpagina. Redacteur en later bestuurder van filmblad Skoop (1978-93). Schreef ook voor de filmbladen Filmfan en Skrien. Initiatiefnemer en redacteur (met Jan Heijs en Hans Beerekamp) van het Jaarboek Film (vanaf 1981), medeoprichter (1982) en erelid van de Kring van Nederlandse Filmjournalisten (KNF). Adviseur van verschillende filmfestivals in binnen- en buitenland. Te zien in documentaires als Parradox (over regisseur Pim de la Parra; In-soo Radstake, 2010) en Ongoing Smile (over festivaldirecteur Kim Dong-ho; Mohsen Makhmalbaf, 2013). Winnaar van de Louis Hartlooper Oeuvreprijs voor de filmjournalistiek (2014). Een selectie van zijn artikelen, die hij zelf van een naschrift voorzag, zijn te vinden op de website van de KNF.
Rene Daalder
75, Ventura County CA, 31 december 2019 Nederlands filmmaker, vroeger bekend als Renee Daalder, maar dat schiep in de VS verwarring over zijn gender. Vormde op de Filmacademie met geestverwanten Jan de Bont, Frans Bromet, Rem Koolhaas en Samuel Meijering de zogeheten 1-2-3-groep, die zich verzette tegen de auteurscinema en waarvan de leden om beurten de technische taken, de regie, de productie en het acteren op zich namen, bij voorbeeld in hun gefilmd manifest 1-2-3-rhapsodie (1965). Maakte vervolgens de korte films Body and Soul (1966) en Lichaam en ziel 2 (1967), gevolgd door de lange speelfilm De blanke slavin (1969). Die flopte, maar kreeg overwegend goede kritieken. Emigreerde naar Hollywood waar hij op voorspraak van cultregisseur Russ Meyer de klassiek geworden exploitatiefilm Massacre at Central High (1976) regisseerde. Bleef in Californië vernieuwende, onder vakgenoten hooggewaardeerde producties maken, zoals een 17 minuten durende clip voor Supertramp getiteld Brother Where You Bound (1985), de punkmusical Population: One (1985), het postapocalyptische Habitat (1996), de psychiatrische horror Hysteria (1997) en experimenten met virtual reality en 3D, zoals het nooit voltooide animatieproject Strawberry Fields over Beatles-liedjes. Documentaire over de spoorloos verdwenen kunstenaar Bas Jan Ader, Here Is Always Somewhere Else (2007), werd genomineerd voor een Gouden Kalf. Gevolgd door documentaire Terrestrials (2010) over lsd-goeroe Timothy Leary. Scenariocredit samen met de regisseur voor De laatste trein/Blokpost (Erik van Zuylen, 1975). Sprak over collega Adriaan Ditvoorst in de documentaire De domeinen Ditvoorst (Thom Hoffman, 1992). Schreef columns voor filmblad Schokkend Nieuws. Tot zijn laatste werken behoren een persoonlijke documentaire over zijn jeugdvriend Rem Koolhaas, Leaning Towers (2014), en de creatie van de online community Space Collective, in samenwerking met grafisch designer Folkert Gorter and Joshua Pangell, later ingekapseld in Cargo Collective, een nog steeds bestaand succesvol site-building platform.
Jogchem van Dijk
81, 3 april 2020
Nederlands cameraman. Vanaf jaren ‘60 tot 1998 in vaste dienst bij de VPRO, waar hij meewerkte aan talloze documentaires en andere programma’s. Wordt beschouwd als een van de bepalende factoren in de zogeheten VPRO-school van de Nederlandse documentaire, gekenmerkt door levendig, soms lyrisch camerawerk op locaties, die op een ongebruikelijke manier geobserveerd worden. Een kleine greep uit zijn tv-werk: Vreemdeling op een plein (Huib de Vries, 1964), Berichten uit de samenleving (1969-75), Het Gat van Nederland (1972-78), East Harlem Block Schools (Bob Ris, 1972), Zipcode – Wounded Knee (Roelof Kiers, 1973), Roerig Amsterdam (Annemarie Prins, 1973), Herenleed (Cherry Duyns, 1973-97), Culemborg bijvoorbeeld (Pieter Verhoeff, 1974-75), Een rode draad (Eric de Lange, 1977), Emma! (Hans Keller, 1979), Modern leven (Verhoeff en Germaine Groenier, 1979), Het mysterie der zwevenden (Cherry Duyns, 1980), The History of the SF Film (Thijs Ockersen, 1982), The Freudian Slip (René Seegers, 1984), De nieuwe mens (Frank Wiering, 1984), De gedaanteverwisseling (Cherry Duyns en Armando, 1985), Diogenes (1985-98), Beter dan God (Wim Kayzer, 1987), Nauwgezet en wanhopig (Wim Kayzer, 1989), Lotgevallen (Cherry Duyns, 1989), Atlantis (Hank Onrust, 1990), Laatste getuigen (Cherry Duyns, 1991), Een schitterend ongeluk (Wim Kayzer, 1993), Hotel Atonaal (Keller, 1993), Mart Stam, de architect (Hank Onrust en Gerrit Oorthuys, 1996), Toonmeesters (Cherry Duyns en Reinbert de Leeuw, 1997) en Van de schoonheid en de troost (Wim Kayzer, 2000). Werkte niet of nauwelijks voor bioscoopproducties. Leermeester van onder meer collega-cameralieden Kester Dixon, Jackó van ’t Hof en Jules van den Steenhoven. Voormalig VPRO-tv-hoofdredacteur Frank Wiering noemde Van Dijk ‘de beste cameraman ooit’.Thomas Elsaesser


Bob Fosko
64, Amsterdam, 28 februari 2020 Nederlands muzikant, zanger en acteur, artiestennaam van Geert Timmers. Opgeleid aan de Academie voor Expressie door Woord en Gebaar in Utrecht. Maakte deel uit van De Raggende Manne en de satirische act Hakkûhbar (1996-97). Schreef campagneliedjes en trad op in spots voor de SP. Speelde in enkele films van zijn goede vriend Martin Koolhoven: De grot (2001), Knetter (2005) en de korte academiefilm Koekoek! (1995), alsmede de lange clip van Hakkûhbar Vet heftig – de video (1997). Begon met acteren als ‘crimineel’ in trainingsprogramma’s van de Politieacademie (1982). Overige films: Zonder Zelda (voor tv; Maarten Treurniet, 1997), Pietje Bell II: De jacht op de tsarenkroon (Maria Peters, 2003), My Queen Karo (Dorothée Van Den Berghe, 2009), Sinterklaasjournaal: De Meezing Moevie (als Pietje Precies; Dennis Bots en Rita Horst, 2009), de korte academiefilm Circus 3D (Jonathan Elbers, 2011), Mijn vader is een detective: The Battle (Will Wissink, 2012), De groeten van Mike! (Maria Peters, 2012), de korte film Kees (48 Hour Film Project; Willem de Groot, 2013), Smoorverliefd (Hilde Van Mieghem, 2013), Uilenbal (Simone van Dusseldorp, 2016), Mees Kees langs de lijn (Aniëlle Webster, 2016) en de korte films Een ons geluk (top-billed; Bart Mijnen, 2016) en Blood Group (Daan Bunnik, 2020). Ook te zien in de clip Hoopla van Sven Hammond Soul (2019). Talloze tv-rollen, in series als Bureau Kruislaan (1995), Unit 13 (1996), Baantjer (1998), Flodder (1998), Blauw blauw (1999), Bij ons in de Jordaan (Willem van de Sande Bakhuyzen, 2000), ZOOP (2004), Vrijland (2012), Goede tijden, slechte tijden (2016), Het geheime dagboek van Hendrik Groen (Tim Oliehoek, 2017/19) en Kees & Co (2019).Boris Gerrets
72, Berlijn, 26 maart 2020 Nederlands regisseur, scenarioschrijver en editor. Zijn met een telefoon gedraaide film People I Could Have Been And Maybe Am (regie, coproductie, sound design, camera, setgeluid, scenario en montage; 2010) werd genomineerd voor een Gouden Kalf in de categorie Korte Documentaire en won de regieprijs (
Pieter Goedings
83, Amsterdam, 28 september 2020 Nederlands bioscoopexploitant, distributeur en producent. Schreef geschiedenis toen hij in 1971 een van de oudste bioscoopzalen van Amsterdam, het sterk vervallen Hollandia aan de Haarlemmerdijk, kocht en verbouwde tot een stijlvol arthouse in art deco-stijl (hij handelde zelf ook in objecten uit dat tijdperk). De nieuwe bioscoop The Movies werd al snel een groot succes, ondanks aanvankelijke problemen met het verwerven van films met een artistiek gehalte en aantrekkingskracht voor een breed publiek. Goedings’ voormalige werkgever Piet Meerburg, voor wie hij onder meer operateur was geweest in het Leidsepleintheater en De Uitkijk, verweet Goedings zelfs filmkopieën te hebben gestolen voor vertoningen in besloten kring onder de naam Old Time Movies Club. Al snel besloot Goedings zelf films te gaan distribueren onder het label The Movies Film Distribution, met gebruikmaking van een licentie van Meteor Film. Haig Balian, een zoon van de eigenaar van Meteor, werd Goedings’ zakenpartner in distributie, terwijl er vooral goed verdiend werd met niet-commerciële vertoningen op 16mm (video of dvd bestond nog niet); de smalfilmsectie heette Classics en werd geleid door Wallie Pollé, die zich destijds Wallie Woop noemde. Goedings en zijn vrouw Wil stonden zelf aan de kassa of aan de deur van de zaal om de kaartjes te scheuren, met woorden als: ,,Meneer/mevrouw, ik heb weer een prachtige film voor u uitgekozen, u zult niet teleurgesteld zijn.’’ Het ging om gigantische arthouse-successen zoals Una giornata particolare (Ettore Scola, 1977) en Die Blechtrommel (Volker Schlöndorff, 1979) of oude favorieten als The Robber Symphony/De roverssymfonie (Friedrich Feher, 1940) of Les enfants du paradis (Marcel Carné, 1944). Grote zakelijke onenigheden, zoals tussen Goedings en Meerburg, bestonden er ook tussen Goedings en festivaldirecteur en alternatief distributeur Huub Bals. Balian zou later met een andere zakenpartner, Chris Brouwer, films gaan produceren onder de naam Movies Film Productions. Goedings hielp, veelal op inventieve wijze, soms ook lastig in de markt liggende Nederlandse filmers om financiering te vinden; zoals bij de op de Tien Geboden gebaseerde De mantel der liefde (Adriaan Ditvoorst, 1979). Goedings speelde een hoofdrol in de merkwaardige korte film, Aan de deur (Thijs Ockersen, 1977), als een man die bij een willekeurig adres aanbelt met de vraag of hij het toilet mag gebruiken, en dan spoorloos verdwijnt. Een jonge medewerker van ziekenomroep Zaanstad, die Goedings kende uit zijn dorp Jisp, wilde graag met sterren praten en mocht in 1979 mee naar Cannes, evenwel zonder verdere financiële ondersteuning. Het jaar daarop kon René Mioch al zelf een hotelkamer betalen. Na de verkoop van de bioscoop aan de filmproducenten Matthijs van Heijningen en Roeland Kerbosch, rond 1990, verdween Goedings uit het zicht. Vader van producent Petra Goedings.Wessel van der Hammen
69, Hilversum, 15 november 2019 Nederlands eindredacteur documentaire bij IKON-tv. Voluit Wessel Abraham van der Hammen. Werkte van 1972 tot 2004 voor omroep IKON, onder meer als geluidsman, (eind)redacteur van actualiteitenrubriek Kenmerk en hoofd van de kleine, maar invloedrijke documentaire-afdeling. Een van de door Van der Ha
Nikolai van der Heyde
84, Laren (NH), 6 augustus 2020
Nederlands filmmaker. Zoon van een Wit-Russische moeder en een Friese vader. Toonaangevend in de zogeheten Eerste Golf van Nederlandse filmmakers, die zich liet inspireren door de Franse nouvelle vague. Eindexamen Nederlandse Filmacademie in 1964, waarna hij met geld van biermagnaat Freddy Heineken de internationaal hooggewaardeerde arthousefilm Een ochtend van zes weken (tevens scenario en montage; 1966) maakte. Het publiek bleef weg, net als bij To Grab the Ring (tevens scenario, competitie Berlijn; 1968). De eerste hit was Angela – Love Comes Quietly (tevens scenario, competitie Berlijn; 1971), die deel uitmaakte van het Wonderjaar van de Nederlandse film, toen ook de eveneens erotisch geladen speelfilms Wat zien ik? (Paul Verhoeven), Blue Movie (Wim Verstappen), Mira (Fons Rademakers) en Daniël (Erik Terpstra) allemaal succesvol waren. Van der Heydes grootste commerciële succes was de verfilming van Toon Kortooms’ Brabantse streekroman Help, de dokter verzuipt! (1974), maar het vervolg Laat de dokter maar schuiven (tevens scenario; 1980) flopte. Dat geldt ook voor twee andere late films van de regisseur, de klucht De dwaze lotgevallen van Sherlock Jones (tevens scenario, met Piet Bambergen; 1975) en het door de kritiek hard aangepakte Nitwits (tevens scenario en productie; 1987). Daarna vooral actief voor de Duitse televisie. Drie vroege korte speelfilms, De kegelbaan (tevens scenario; 1963), Een boogschutter (tevens montage; 1965) en 11:50 from Zurich (1969), alsmede een korte opdrachtfilm, Gas 225 (1969). In 1963 een van de oprichters (samen met onder anderen Wim Verstappen en Pim de la Parra) van het filmblad Skoop.Barbara Hin
56, 21 juli 2020
Nederlands editor en regisseur. Dochter van filmmaker Kees Hin. Vestigde haar reputatie als editor door de montage van de ruim vier uur durende documentaire Amsterdam, Global Village (Johan van der Keuken, 1996). Regisseerde de korte films Door de muur (tevens productie en scenario; 1990), Het kistje (samen met Carina Ellemers, 1997) en Steigerpijp (samen met Martin van der Veen, 2009). Editor van de lange speelfilms Het schaduwrijk (tevens coscenarist en regie-assistent; Kees Hin, 1993) en Woyzeck – een man wordt moordenaar (Kees Hin, 2005). Montage van de lange documentaires Ghatak (segment Kees Hin, 1990), Theresienstadt – film of waarheid (Kees Hin en Sandra van Beek, 1995), Leven met je ogen (Ramón Gieling, 1997), Klein voor altijd (Barbara den Uyl, 1999), De laatste dagen van het atelier Frans van de Staak (Kees Hin, 2002), I soeni, de droom (Carin Goeijers, 2003), Cinéma invisible – Het boek (Kees Hin, 2005), God Is My DJ (Carin Goeijers, 2006), De Schattenberg (Monique Verhoeckx, 2007), Shout (Ester Gould en Sabine Lubbe Bakker, 2010), Onverklaarbaar (samen met Sander Vos; Patrick Bisschops, 2010), De beslissing van Wim Maljaars (Kees Hin en Sandra van Beek, 2011), Grenzen (Jacqueline van Vugt, 2013), Flat Earth (Monique Verhoeckx, 2014), Home (Gieling, 2014), In Groove We Trust (Robin van Erven Dorens, 2014), Levenslang (Carin Goeijers, 2014), Erbarme dich – Matthäus Passion Stories (Ramón Gieling, 2015), Dick Verdult: Het is waar maar niet hier (Luuk Bouwman, 2017), Lady of the Harbour (Sean Wang, 2017), Kabul, City in the Wind (Aboozar Amini, 2018), De fietser (Kees Hin, 2018), Smog Town (Meng Han, 2019) en Allen tegen allen (Luuk Bouwman, 2019). Enkele korte speelfilms: Kiss Napoleon Goodbye (Lydia Lunch en Babeth M. van Loo, 1990), Dachkammer (Elsbeth Dijkstra, 1994), Sea Values (Lucia King, 1995), het driedelige Moving Pictures (Carina Ellemers, 1996-99), Frans! Monument voor een filmmaker (K. Hin, 2002), Dancing across the Water – Meissie meissie (Kees Hin, 2002), Zeewind (Bernard Lier, 2005) en Nevel (Bernard Lier, 2006). Tot de vele korte documentaires die zij monteerde behoren Rietveld (Marijke Bresser, 1990), Our Inflammable Film Heritage (Mark-Paul Meijer, 1994), To Sang fotostudio (Johan van der Keuken, 1997), Staatsinrichting 3/13 UIP R.T. (Dijkstra, 1999), Niet bij brood alleen (Leen van den Berg, 1999), de compilatie Temps/Travail (Johan van der Keuken, 2000), De nieuwerwetse wereld (Carin Goeijers, 2000), 5X mijn kamer (Tamara Miranda, 2001), Verdronken land (Carin Goeijers, 2001), Reisverhalen – De Goudlijn (Hans Hylkema, 2002), Lagonda (Robin van Erven Dorens, 2003), Dal der zuchten (Carin Goeijers, 2004), Oude vogel (Hanneke Stark, 2005), Brieven uit Oostende (Hanneke Stark, 2007), Dans voor het leven (Marijke Jongbloed, 2010), Toen was ik al beroemd (Carin Goeijers, 2010), Hoger dan de Kuip (Ingeborg Jansen, 2011), C.K. (Barbara Visser, 2012), Donker Oss (Luuk Bouwman, 2012), Moving Stills – Kadir van Lohuizen (Tinus Kramer, 2013), But Now Is Perfect (Carin Goeijers, 2018) en Vieren wat kapot is (Denise Janzée, 2020). Partner van filmmaker Robin van Erven Dorens.
Jaap van Hoewijk
57, 26 april 2020 Nederlands documentairemaker. Zijn meest recente film Piet is weg (2017), over een dertig jaar oude vermissing op Texel, kreeg een nominatie voor het Gouden Kalf in de categorie korte documentaire. Volgens velen had Van Hoewijk het Kalf moeten ontvangen voor zijn meest persoonlijke film, Familiegeheim (2001) over de systematische ontrafeling van geheimen rond de dood van zijn eigen vader in 1973. De onherroepelijkheid van de dood speelde een rol in veel van Van Hoewijks documentaires, zoals het korte Toen de dood ons scheidde (1990) en een tweeluik over de doodstraf in de Verenigde Staten: Procedure 769 – The Witnesses to an Execution (1995) en Killing Time (2013). Studeerde film aan de AKV/St. Joost in Breda. Maakte ook films als Een zucht tot zien (1989), Dag allemaal (2002), Kill Your Darling (2012) en Kleine delicten (2015). Voor tv maakte Van Hoewijk de reportage Aangeraakt (samen met cameraman Rikkert Boonstra, 2000) over revalidatie na een hersenbloeding en de kunstdocumentaire Beitel en hart: Ossip Zadkine (2003). Produceerde naast een aantal van zijn eigen films als uitvoerend producent de compilatiedocumentaire Nader tot Máxima (Albert Elings en Eugenie Jansen, 2002), Voorland (Albert Elings en Eugenie Jansen, 2005), Kinderjaren (Piet Oomes, 2006), de korte speelfilm A Lapse of Time (Fiona Tan, 2007) en Calling E.T. (Prosper de Roos, 2008). Opname setgeluid voor Yoy – Vast aan de ketting (Aliona van der Horst, 1998) en De man die zich opblies (Rikkert Boonstra, 2001).
Hans Keller
82, Amsterdam, 19 december 2019
Nederlands tv-maker, regisseur en journalist. Herkenbaar aan zijn doorrookte, eikenhouten commentaarstem. Een van de grondleggers van wat bekend zou worden als de VPRO-school van Nederlandse documentaires. Nam als tv-criticus van de Volkskrant (pseudoniem: Verrekijker) in 1961 het initiatief tot het uitreiken van de Zilveren Nipkowschijf (samen met Henk Schaafsma, NRC en Han G. Hoekstra, het Parool). Ging tv-programma’s maken voor achtereenvolgens AVRO (1962-64) en KRO (1964-68), totdat hij vanaf 1969 bij de VPRO de vrijheid kreeg om essayistische, culturele documentaires te maken, met veel oog voor alledaagse details. Het meest invloedrijk werd de rubriek Het Gat van Nederland, die in 1973 de Nipkowschijf zou winnen. L.J. Jordaanprijs voor Daar, aan het eind van de gang – Over het Ferrara van Giorgio Bassani (2001). Bekendste titels uit het werk van Keller, dat zich vrijwel uitsluitend tot televisie beperkte: In de geest van Ajax (1969), Joris Ivens (1970), Overal zijn indianen (over België; 1970), Anthony Imperiale (1971), Twee weken in een ander stadje (1971; Revisited, 1991), Mississippi is niet meer wat het geweest is (1972), Terugkeer naar het Zilvermeer (1973), Vastberaden, maar soepel en met mate… (samen met HJA Hofland en Hans Verhagen, 1974), Het dronken schip (1982), Amsterdam, Montana (1988), Was dat mortiervuur of bonst mijn hart zo? (over de film Casablanca; 1988), De voorgeschiedenis (1989), de opdrachtfilm voor KLM Een geschiedenis van de toekomst (1989), Naar Mozambique! (met en over dichter Remco Campert; 1990), Laatste open dag (1990), De sprong naar het zuiden (over schrijver Konstantin Paustovski; 1990), Sjarov in Holland (1991), Verhalen over de kleuren van Europa (1992), Bad Girls of Music (1992), De uitvinding van Amerika – De resten van Utopia (1993), Hotel Atonaal: Rendez-vous der Vijftigers (samen met Remco Campert, 1993), Voetnoten bij een oeuvre (over cineast Herman van der Horst; 1994), Josef Roth’s Grosse-Welt-Bioskop-Theater (1994), Het alfabet van Remco Campert (1996), Verhalen uit het land van de voldongen feiten (1997-98), Spiegelbezoek (over dichter Leo Vroman en componist Henny Vrienten; 1999), Cesare Pavese, een man alleen (samen met Hein Aalders, 1999), In de tijdmachine door Japan (2000), De verdwenen personages van Han Bentz van den Berg (samen met Roel Bentz van den Berg, 2002), Het bewolkte bestaan van Louis van Gasteren (2007) en Kees Fens, erfgenaam van een lege hemel (2008). Verzamelde als ‘dagsluiting’ voor de VPRO beeldfragmenten waarin een dichter uit eigen werk voorleest, onder de titel Dode dichters almanak (1998-2014). Het was een voorname reden om Keller in 2005 de Laurens Janszoon Costerprijs toe te kennen. Vanaf 1979 korte tijd directeur van de Rotterdamse Kunststichting, en als zodanig eindverantwoordelijke van het festival Film International.Johan Ooms

Hans Scheepmaker
69, Den Haag, 2 augustus 2020
Nederlands regisseur. Eindexamen Filmacademie als regisseur van Het bewijs (1980), na eerst de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag te hebben voltooid (1974). Maakte achtereenvolgens twee genrefilms, in de jaren 80 nog een zeldzaamheid in Nederland, voor producent Henk Bos: de eerste Baantjer-verfilming Moord in extase (met Joop Doderer als inspecteur De Cock; 1984) en de Engelstalige oorlogsfilm over de Koreaanse Oorlog Field of Honor/Veld van eer (1986). Zou daarna nog één lange speelfilm regisseren, Als je verliefd wordt (2012), een remake van het eveneens door Rob Houwer geproduceerde Hoge hakken, echte liefde (Dimitri Frenkel Frank, 1981). Scheepmaker regisseerde ook de door hemzelf geproduceerde korte horrorfilm De nimf (1982). Second unitregisseur van Wildschut (Bobby Eerhart, 1985) en Kameleon 2 (Steven de Jong, 2005). Regisseerde vele afleveringen van tv-series, onder meer Flodder (1993-98), Goudkust (1996-99), Westenwind (1999-2002), Van jonge leu en oale groond (2007), Voetbalvrouwen (2007-09), Spangas (2008-11) en Kameleon de serie (2018). Speelde in The Directors, een band met Nederlandse regisseurs als Dick Maas, George Schouten, Leon de Winter, Ate de Jong, Esmé Lammers en Nouchka van Brakel.