Ga naar inhoud
Professionals

Verdiepingsteksten Conferentieverslag 2022

In de onderstaande verdiepingsteksten van het Conferentieverslag 2022 lees je meer over het binnenlandse enthousiasme voor Koreaanse cinema; over het aanpassen van ons denkpatroon wat betreft diversiteit en inclusie of een aantal concrete acties die in het Verenigd Koninkrijk tot tastbare resultaten hebben geleid op dit gebied; en ontdek je hoe je als mediaproducent ecologisch bewustzijn kunt uitdragen.

1) NFF Conferentie: Made in Korea

Deels is het binnenlandse enthousiasme voor Koreaanse cinema het resultaat van tactisch cultureel beleid vanuit de Koreaanse overheden, aldus Remco Breuker. Al sinds de jaren tachtig, nog voordat Korea de huidige democratische republiek werd, bestaan er production incentives en screen quota die het Koreaans aandeel op de markt garanderen. Zo werden bioscoopexploitanten in steden groter dan 300.000 inwoners in de jaren ‘80 verplicht om tenminste 164 dagen per jaar films van Koreaanse makelij te laten zien, waartegenover een financiële investering vanuit de overheid werd gesteld. Sinds 2006 betreft dat quotum slechts 73 dagen per kalenderjaar, maar in de praktijk draaien de meeste Koreaanse bioscopen films van eigen bodem veel vaker dan dat, want het publiek blijft in groten getale toestromen! De Koreaanse box office charts zijn dan ook grotendeels gevuld met binnenlandse films, met alleen globale kaskrakers als Avatar of de Lord of the Rings-trilogie als sporadische buitenlandse uitschieters.

2) NFF Conferentie: Representation, let’s do better!

Een belangrijke paradigmashift voor de industrie is om bepaalde diep ingesleten denkpatronen te leren doorbreken. “It has, for example, been much more comfortable for the industry to keep thinking in terms of ‘lack’ and ‘less’”, stelt Soros, “‘there is a lack of Black talent because they don’t apply’, or, ‘they lack the necessary skills and training’. And this makes us focus our actions there as well – while, instead of trying to fix ‘them’, we should be fixing ourselves.” Ze benadrukt dat het niet aan ons is om de hele maatschappij te veranderen, of soortgelijke issues in bijvoorbeeld de politiek of in educatie – maar het is wel degelijk onze verantwoordelijkheid om het binnen onze eigen sector over een volledig andere boeg te durven gooien. “Don’t feel guilty about our past,” zegt Soros tegen witte, veelal mannelijke, en heteronormatieve collega’s in het werkveld, “just get on and do something about it today, otherwise you will have something to feel guilty about in the future.”

3) NFF Conferentie: Representation, let’s do better!

Soros gaat dieper in op concrete acties in het Verenigd Koninkrijk die deze denkwijze naar tastbaar resultaat hebben weten te vertalen. Allereerst noemt ze de rol van het British Film Institute (BFI), dat via hun zogenoemde “BFI Diversity Standards” een stuwende rol spelen om de Britse audiovisuele industrie richting een veel inclusievere toekomst te krijgen. Om deze standaarden te bereiken, moeten projecten in hun fondsaanvragen hun “commitment to inclusion” demonstreren door aan tenminste twee van de volgende vier criteria te voldoen:

  1. Representatie op beeld in casting, thema’s, en verhalen;
  2. Creatief leiderschap en samenstelling van projectteams;
  3. Toegang tot de industrie en professionele kansen;
  4. Ontwikkeling van publiek(bereik).

Het zijn hanteerbare invalshoeken waarvan de positieve effecten qua inclusiviteit en diversiteit in de Britse audiovisuele sector al meetbaar zijn gebleken. Volgens Soros vereist dit een helder uitgesproken toewijding van elke laag van de sector – van financiers tot projectteams, van producenten tot overheidsorganen, van distributeurs tot casting directors. Afsluitend somde Soros de meest noodzakelijke commitments, of beloftes tot handelen, nog eens op:

  • Verander het narratief binnen de sector van “wat er mist, en waarom” naar “waar de kansen en mogelijkheden liggen”;
  • Roei elke vorm van racisme, seksisme en discriminatie uit in de sector, het zijn barrières tot gelijkwaardigheid op elk front;
  • Maak de sector op alle mogelijke manieren – inclusief fysieke! – toegankelijk en neem die denkwijze en dat respect mee in de kern van hoe we werken en produceren;
  • Speak up: durf je uit te spreken, voor jezelf en vooral in verdediging van je collega’s tegenover onprofessioneel en ongewenst gedrag, micro-agressie, en discriminerend taalgebruik.

4) NFF Conferentie: Green, go!

De taal van producenten is vaak een praktische, en daarom spreekt Carys Taylor haar doelgroep ook bewust aan met concrete tools – in het bijzonder de zogenoemde Carbon Calculator, die deel uitmaakt van de sustainable production toolkit die Taylors bedrijf (in eerste instantie gratis) beschikbaar stelt aan de industrie. Taylor schetst hoe elk uur televisie een impact van 4,2 ton koolstof op de planeet heeft, en elke professionele filmproductie maar liefst 2840 ton – tegenover de gemiddelde persoonlijke impact van een Nederlander van een schamele 8 ton koolstof per jaar!

Anno 2022 is het daarom onverdedigbaar dat een mediaproducent zich niet zou bekommeren om de ecologische voetafdruk van diens producties, en om het ecologisch bewustzijn dat middels die producties wordt uitgedragen. Taylor noemt het voorbeeld van hoe een aflevering van de serie Succession de populariteit van erfenisdonatie aan Greenpeace deed toenemen, simpelweg door het een entertainend onderdeel van het plot te durven maken. “It’s just like how the TV show Cheers popularised the concept of the designated driver [de ‘BOB’ in Nederland – red.],” legt Taylor uit, “which only goes to show that media can educate, and they can do so while they entertain.”

Tekst: Jordi Wijnalda

ga terug